Spelers: tussen 10 en 30
Materiaal : stift
Leeftijd : vanaf 12
De leden zitten in een kring. Iemand begint en zegt: "Ik Joris,
rippel stippel, zonder stippel, vraag aan Jan, rippel stippel,
zonder stippel, hoeveel stippels heb jij?" Jan gaat dan verder,
en stelt deze vraag aan iemand anders. Je noemt dus eerst je
eigen naam, en dan de naam van de persoon aan wie je de vraag
stelt. Na elke naam zeg je "rippel stippel", en hoeveel
stippels die persoon heeft (dit kan dus zijn: zonder stippel,
met 2 stippels, Y)
Een stippel krijg je als je een fout maakt in de formulering.
Nadat je je stippel gekregen hebt, mag je uiteraard niet meer
zeggen "zonder stippel", maar moet je zeggen "met 1 stippel",
enzovoort. Het gaat er dus om zo min mogelijk stippels te
hebben op het einde van het spel.