Onbeperkt aantal -even- kinderen.
De kinderen worden in 2 gelijke groepen verdeeld. De kinderen van elke
groep gaan achter elkaar, met gestrekte benen, op de grond zitten. Allemaal
met het gezicht naar dezelfde kant. De groepen zitten naast elkaar met
een onderlinge afstand van 1 meter. Het eerste kind van elke groep heeft
een bal tussen de voeten en moet, na het signaal van de leider, de benen
omhoog zwaaien over het hoofd. Het tweede kind moet de bal met de voeten
aanpakken en op dezelfde manier overgeven aan het derde kind en zo verder.
De groep die de bal het eerst bij het laatste kind heeft, is winnaar. Als
de groep klein is moet iedereen zich omdraaien zodra de bal bij de laatste
is en moet de bal op dezelfde manier weer naar voren gebracht worden.