Een goudveld wordt op een goudzoekkaart aangegeven. Het noorden staat aan- gegeven. De goudzoe kers gaan opzoek naar dat gebied. De goudrovers krijgen een situatie schets van mogelijke goudtrans portaties.
De goudzoekers halen goudstaven op en proberen die veilig naar de bank te brengen. De goudrovers willen dat transport onderscheppen. Per goudzoeker mag maar een goudstaaf vervoerd worden. De goudrover is gewapend, een tennisbal is zijn munitie. Hiermee tikt of gooit hij (niet op het gezicht) de goudzoeker af. Lukt dit, dan krijgt de goudrover de goudstaaf. De goudzoeker gaat terug naar het goudveld.
De goudrovers weten niet precies waar het goudveld ligt, evenmin is
de plaats van de bank onbekend. De vervoer-routes liggen ook niet helemaal
vast. Er wordt een behoorlijk beroep gedaan op het tactisch inzicht van
de spelers. Het spel wordt een bepaalde tijd gespeeld, waarna het resultaat
wordt vastgelegd. Daarna wordt er gewisseld van functie tussen goudrovers
en goudzoekers.