Dit spel is gebaseerd op die goede oude tijd, toen de wereldzeeen werden
bevaren door
goudeerlijke Hollandse en Zeeuwse handelaren, naast verschrikkelijke
Spaanse, Portugese en
Engelse piraten.
Het doel was destijds winst, en uiteraard bij dit spel ook.
De elementen in het spel zijn: handelen, verbonden sluiten, verraad,
piraterij, zeeslag en
uithoudingsvermogen.
Het spel wordt op een grote vlakte gespeeld. De kinderen worden in groepen
van tenminste 4
personen verdeeld; samen vormt een groep een scheepsbemanning. Indien
mogelijk krijgt elk
schip ook een leider, maar als het om brave kinderen gaat, is dat niet
nodig.
Elke groep krijgt (of maakt zelf) een schip. Deze kunnen worden gepionierd
worden o.i.d., als
ze maar aan de volgende eisen voldoen:
- Het schip mag niet te zwaar zijn; de bemanning moet er de hele tijd
mee rond sjouwen. De
totale lengte is 2 tot 3 meter; afhankelijk van het aantal opvarenden.
- Het moet stevig zijn; als het 20 keer op de grond valt moet het nog
bruikbaar zijn.
- Er moet een 'ruim' aanwezig zijn. Dit kan d.m.v. een doos of een
emmer. Hierin bevindt zich
de handelswaar en de munitie.
- Aan de mast (bijv. van PVC) hangt een vlag of zeil met het scheepsnummer.
Hieronder een voorbeeld van een schip:
Daarnaast krijgt elke groep een startkapitaal, in de vorm van los geld.
Op het speelveld bevinden zich de volgende zaken:
-Een aantal havens.
Hier wordt gehandeld in een aantal goederen, zoals specerijen, porselein,
opium en
onvrijwillige werknemers. Dit allemaal in de vorm van gekleurde blokjes,
rolletjes of doosjes,
die in dozen bij de haven liggen. Bij elke haven hangt een bord waarop
de prijs van deze
goederen staat. De prijzen worden gedurende het spel op creatieve manieren
veranderd. Als de
havens onbemand zijn, moet er toch eerlijk met het geld van de haven
omgesprongen worden.
De hoeveelheid geld in de haven moet steeds op peil worden gehouden.
-Een bank.
Dit is de plek waar de schepen hun banksaldo kunnen verhogen om zo
voor iedereen erkend
'rijk' te kunnen zijn. De bemanning met het meeste geld op de bank
heeft bij afloop gewonnen.
-Boeien.
Dit zijn een grote hoeveelheid kleine herkenbare 'punten' op de grond
(bijv. tentharingen met
een wimpeltje er aan).
Bij iedere beurt mag een schip éééén boei
verder varen (met het schip lopen dus). Eéén boei
verder, betekent dat je niet tussen twee (nabij gelegen) boeien door
mag varen. De havens en
de bank tellen ook als boeien.
Naast de handelswaar, kunnen de groepen ook munitie kopen bij de havens
(of slechts bij
enkele). Dit bestaat uit met water gevulde boterhammen-zakjes (waterbommen).
Het spel gaat als volgt. Om de minuut blaast de spelleider op een hoorn,
toeter of fluitje. Dit
betekent dat er weer een beurt is, en alle schepen éééén
boei verder mogen varen. Op deze
manier kan een schip tussen de havens varen en daarbij winst maken.
Als een bemanning nu zin heeft, om op een wat agressievere manier winst
te gaan maken,
kunnen ze altijd een nabij gelegen/varend schip aanvallen. De aanvallers
moeten in dat geval
het schip op de grond leggen, en allen met hun lichaam direct contact
met hun schip houden.
Met de waterbommen mogen ze naar het aan te vallen schip gooien.
Het verdedigende schip mag vluchten als er een beurt was, en ze varen
reeds, of zouden dat
nog kunnen doen. Verdedigen gaat op dezelfde manier als aanvallen (contact
houden met
stilliggend schip).
Als het een schip lukt om tijdens éééén
beurt (dus tussen twee signalen), twee maal een
bemanningslid van de vijand te raken (zakje tegen lichaam), dan mag
deze naar de verliezer
varen en al hun geld en goederen inpikken.
Als meerdere schepen bij een beurt zich op dezelfde boei bevinden, mag
er tussen deze,
gedurende die beurt, niet gevochten worden.
Natuurlijk kan het spel worden uitgebreid met een echte piratenschip.
Deze heeft dan als taak
om zoveel mogelijk schepen aan te vallen, en al hun geld om te zetten
in munitie.