Spelverloop:
De leden zitten rond de tafel, met hun handen op de tafel. Iemand
heeft de knuppel vast, en de persoon daar rechts van heeft het voorwerp
(bvb. een luciferdoosje) vast. Deze persoon gooit het voorwerp omhoog,
zodat het op de tafel valt. Valt het op kant A, dan mag de persoon
met de knuppel op de handen van de anderen kloppen (ze mogen uiteraard
hun handen wegtrekken), totdat het voorwerp van de tafel is. Als
het voorwerp valt op kant B, dan mag de persoon met de knuppel niets doen.
De handen mogen dan ook niet weggetrokken worden. Wie zijn handen
wel wegtrekt, krijgt een vrije slag.
Na elke worp geven we zowel voorwerp als knuppel door naar rechts.